Cradle Mountain

8 oktober 2017 - Cradle Mountain, Australië

Allereerst wil ik even kwijt dat het ontzettend leuk is om zoveel reacties te krijgen. Geweldig om te vernemen dat onze blog met veel plezier wordt gelezen. Dank en wij gaan nog een hele tijd door.

Donderdag vertrokken met regen richting Cradle Mountain. Dit moet het hoogtepunt van ons bezoek aan Tasmanië worden, letterlijk en figuurlijk.  Het was druk op de A1, althans volgens Tasmaanse begrippen. In de bergen hangt lage bewolking en het vocht trekt vanaf de grond omhoog. Heel apart maar ook heel mooi om dat te zien terwijl het regent. De toeristische route kunnen we wel overslaan, mooie vergezichten zullen we nu toch niet aantreffen.                                                                                Voor we het dorpje Mole Creek bereiken besluiten we eerst het Trowunna Wildlife park te bezoeken. En dat blijkt een goede zet. We komen net op tijd binnen voor het verhaal over de Tasmanian Devil en kunnen het voederen ook nog meemaken. Het blijkt een buideldier net als de Kangoeroe. Een vrouwtje kan 20- 40 jongen baren, ieder zo groot als een rijstkorrel. Na de geboorte klimmen ze de buidel in waar ze zich zo vast mogelijk aan een tepel zetten en daar de volgende paar maanden blijven zitten tot ze groot genoeg zijn om los te laten. Er zijn echter maar 4 tepels dus je begrijpt velen zullen het niet overleven. Als moeder het nest verlaat blijven de jongen aan de tepels vastzitten en bungelen dan aan het onderlijf, zich ondertussen goed vastbijtend. Brr, ik moet er toch niet aan denken, als moeder zijnde dan. Na 6 maanden verlaten ze zelf het nest om zelf eten te zoeken en om met elkaar te spelen. Na 9 maanden zijn ze in staat om voor zichzelf te zorgen.                                                                                   De Tasmanian Devil was bijna uitgestorven, daarom zijn ze ooit in dit park een fokprogramma gestart. Voor de Tasmaanse tijger was dit helaas te laat. Zij zijn uitgestorven maar de bevolking hier laat op welke manier dan ook weten dat ze ooit echt hebben bestaan. Eigenlijk ziet de Devil er heel knuffelig uit, maar ze hebben wel behoorlijk scherpe tanden en klauwen om zich schrap te zetten, waarmee ze ook goed hun prooi kunnen eten, zoals kleine wallaby’s ed. De kale plekken laten echter zien dat ze veel met elkaar vechten en dat ze dan goed te keer kunnen gaan. Het zijn echte aaseters, dus ze doden niet, maar wat ze vinden eten ze met huid en haar op. Dat doen ze ook vaak in groepsverband. Door alles op te eten wordt ook voorkomen dat er ziektes worden verspreid. De boeren waren nooit zo blij met hen omdat ze bang voor hen waren. Ze dachten dat deze dieren echte jagers waren. Het gegil en gekrijs          ’s nachts maakte het er ook niet beter op. Vandaar ook hun naam natuurlijk. Dit heeft er mede voor gezorgd dat ze bijna waren uitgestorven.                                                Helaas blijken ze nu gevoelig voor een bepaald soort kanker dat in de genen zit. Ze proberen nu dieren uit te zetten in het wild zonder dit verkeerde gen. Op die manier lijken ze de Tasmanian Devils te kunnen behoeden voor een catastrofe.

In Mole Creek gestopt voor de lunch bij het dorpshotel. Van buiten leek het niet echt veel voor te stellen, maar we hebben toch een overheerlijke Pie gegeten. De beste tot nu toe. Dus dat zegt heel wat. 

Het vervolg van de route ging door het prachtige regenwoud. En nu weten we waarom het zo heet. Het bleef maar regenen, maar uiteindelijk kwam de zon en daarna de mist. En mist en bergen gaat niet helemaal goed samen.                                              Al met al dus een intensief ritje naar onze volgende accommodatie: de Cradle Forest Inn. Maar dankzij Danny zijn we veilig aangekomen. En wat nog mooier is?! Bij aankomst is het droog en de zon komt voorzichtig achter de wolken vandaan. Kunnen we toch nog even, weliswaar goed aangekleed, buiten zitten met een wijntje. Cheers! En onder onze veranda zit een wallabie ons in de gaten te houden. Of eigenlijk moet ik zeggen een Pademelon, want het is net weer een ander soort kangaroo.

Dachten we gelezen te hebben dat deze lodges een ‘fully equiped kitchen’ tot hun beschikking hebben. Dus, van tevoren boodschappen gedaan omdat iemand ons had verteld dat je eenmaal in Cradle Mountain geen supermarkt meer hebt. En dat klopt inderdaad. Onze lodge heeft wel een keukentje met magnetron etc. maar geen kookplaat. Kunnen we dus alsnog uiteten gaan in het restaurant van het park. En dat was absoluut niet verkeers, echt waar. Alleen de grootte van die pizza? Tjonge daar hadden we wel met zijn tweeën van kunnen eten. We moeten er wel bij vertellen dat de Cradle Forest Inn een kleine en zeer gemoedelijke accommodatie is met prachtige lodges met veel privacy. Echt een pareltje in deze omgeving.

De volgende dag dan echt naar Cradle Mountain.                                                        Het landschap verandert van regenwoud in velden met wat van afstand op onze heide lijkt maar dan donker roodbruin is en vervolgens in een ‘Buttongrass and Pandani moorland’. De sneeuw was gelukkig verdwenen. Enkel een witte plek boven op de bergen doet er nog aan denken. Aangekomen melden we ons aan bij het Visitors Centre, want het kost wel wat om het park binnen te komen. De dame die ons helpt vraagt waar we vandaan komen en je gelooft het niet maar haar moeder is van Nederlandse afkomst. En dit is zeker niet de eerste keer dat ons dit overkomt. Vele Australiërs blijken iets met Nederland te hebben op welke manier dan ook. Door familie, vrienden of omdat ze er zelf ooit eens zijn geweest. Dit soort verhalen krijgen we overal te horen. Geweldig toch!?  

We pakken de shuttlebus en rijden helemaal naar het eind bij ‘Dove Lake’. Daar hebben we een schitterende wandeling om het meer gemaakt van zo’n 6 km. Dik aangekleed vertrokken, want er woei een gure wind, maar allengs kon er steeds een laagje uit, met name in de luwte.                                                                      Halverwege wilden we ons broodje opeten. Gezeten op een bankje en genietend van het uitzicht wilde Danny wel even een foto van de omgeving maken. Hiervoor legt hij zijn broodje even op het bankje. Plots horen we wat weg vliegen. Heeft een kraai (bleek een zgn. Currawong) zijn hele dubbele boterham meegepikt. Weg lunch. Gelukkig had ik mijn brood nog niet op en konden we die delen.                                      Het is absoluut een mooie wandeling en een must do als je op Tasmanië bent. Helaas ben je niet de enige en als iedereen ‘clockwise’ de wandeling zou doen dan zou je er niet zoveel van merken. Maar ja de mens is eigenwijs en leest liever niet al te veel informatie of doet gewoon wat hij zelf wil.

Bij terugkomst besloten we om alsnog de wandeling naar Ronny Creek via Lake Lila erbij te doen. Deze wandeling over echte bergpaadjes en met veel water omdat het gisteren zo heeft geregend, was ook zeker de moeite waard. Want we wandelen uiteindelijk door Wombatland, een moerasachtig landschap waar de wombats veel grazen. We hadden al een aantal keren rondgekeken of we wat konden zien lopen en zelfs de verrekijker erbij gepakt maar in eerste instantie zagen we niets. Tot we er bijna over struikelden. Langs de boardwalk zat een wombat te grazen. En hij bleef rustig zitten zonder zich iets van ons aan te trekken. Maar zoals dat wel vaker gaat, heb je er een gezien zie je ze plots overal. Fantastisch.

Bij terugkomst even heerlijk samen gebubbeld in onze luxe spa met een wijntje. Want die smaken ook hier opperste best.

De volgende dag nogmaals naar het Cradle Mountain NP. De weg ernaartoe is her en der ijzig met 3 graden op de thermometer.  We zijn nu een uurtje vroeger want de dame van het visitors centre kon eens geen meerdaagse ticket bezorgen. Daarom vertelde ze ons dat als we ’s morgens al op tijd weer zouden komen we alsnog de shuttlebus zouden kunnen pakken en mee zouden kunnen rijden op het kaartje van de vorige dag, die in principe 24 uur geldig is.

Het weer is uitzonderlijk goed. Ondanks het vroege uur en de nachtvorst is het al redelijk op temperatuur en hoeft het windjack niet aan. Dit in tegenstelling tot gisteren.

De route ging van Dove Lake via Lake Lila en Woombat Pool naar het Crater lake. Een wandeling met pittige klimmetjes en afdalingen. Maar het uitzicht was weer de moeite waard. Nu ontdekten we ook dat er eigenlijk twee kraters naast elkaar liggen. De krater van Cradle Mountain kun je ook op, maar dan heb je echt goede klimmersbenen nodig. En behoorlijk wat tijd trouwens. De Woombat Pool gaf bij veel mensen trouwens veel hilariteit want op de borden was de l weggevallen. En dan heb je Engelse woord voor …. Op de kaart staat het echter wel goed. Misschien dat een grapjas bezig is geweest?

Eenmaal boven lijkt het ons toch nog wel een leuke uitdaging om ook naar Marion’s Lookout te klimmen. Nou dat bleek echt klimmen. Met behulp van kettingen moesten we ons omhoogtrekken. En dan waren we nog maar halverwege. Volgens een jongedame (bleek later de eerste Nederlandse die we sinds tijden hebben gesproken) was het vanaf ons punt net zo mooi als vanaf de lookout zelf. Dus zijn we weer omgekeerd en via de route van Crater Falls naar Ronny’s Creek gewandeld. Prachtige wandeling bij de beek langs weer een stukje regenwoud in.                                          Op de terugweg nog evende bus uitgestapt bij de Ranger Station en daar een film gezien over Cradle Mountain. Was een leuke toevoeging.

Mooi op tijd weer terug in de lodge om te relaxen. Zondag gaat het naar Hobart bijna helemaal in het zuiden.

Foto’s

9 Reacties

  1. Anneke Jansen-van Buiten:
    8 oktober 2017
    Ha Cary en Danny,
    Leuk om jullie verhaal van Cradle Mountain te lezen en de poging om een tocht te maken in die prachtige omgeving. Sara is daar 5 jaar geleden geweest samen met Mart ( broer en mij zoon) en hebben gele koude tijden momenten daar meegemaakt.
    Goed te lezen dat jullie het zo naar de zin hebben enn dat de wijn zo heerlijk smaakt!

    Groetjes
  2. Mary-Ann Boer-Olinga:
    8 oktober 2017
    Wat een geweldige ervaring en fijn dat jullie er een aantal dagen hebben vertoefd. Hilda en ik hebben het in 2009 in een halve dag gedaan. Veel te kort natuurlijk, maar wel genoten.
  3. Henk:
    8 oktober 2017
    Mooie plek, leuk, met het bankje halverwege. Met jullie verhalen weer even terug op Tasmanie 😄
  4. Klaas en Diana:
    8 oktober 2017
    Hallo Cary en Danny,
    We staan in het zonnetje, wachtend op de eerde lopers van de 4 mijl Groningen. Tijd genoeg om jullie verhaal te lezen. Wat een prachtig land, Tasmanië. Je beschrijvingen zijn weer uitnodigend en de foto's maken het af. De studie biologie zet zich weer voort, leuk!! Aan beweging komen jullie niets te kort en ook de wijn vloeit rijkelijk... fijn dat alles voortvarend gaat. Veel plezier, wij gaan een aantal lopers nu aanmoedigen. Veel liefs Klaas en Diana
  5. Hans:
    8 oktober 2017
    Lieve Danny en cary,
    Wat weer een mooi verhaal van jullie reis naar Tasmanië,
    Op deze manier nemen jullie ons echt mee met jullie reis.
    Ook de foto's van de dieren en omgeving waar jullie verblijven.
    De uitgestrektheid en de prachtige natuurplaatjes! Het weer
    werkt niet altijd mee helaas. Maar dat is natuurlijk omdat jullie
    Nederland niet helemaal mogen vergeten!☔️🌦💨🇱🇺
    We wensen jullie veel plezier en kijken uit naar het volgende
    reisverhaal!
  6. Kees Kuijpers:
    8 oktober 2017
    Danny en Cary,
    Wat weer een mooi verslag met alle foto's.
    Het weer hier was ook niet best dus niets gemist.
    Bedankt en veel reisplezier!
  7. Christine:
    8 oktober 2017
    Fijn dat we weer mochten meegenieten. Bedankt weer voor het leuke verhaal en de foto's en voorzichtig met al dat klimmen hè.
  8. Hester Neary:
    10 oktober 2017
    Mooi verhaal, leuk - en jullie lopen nog al wat aardig kms zeg - goed hoor! Hou nog wel een beetje energie over voor als jullie bij ons zijn, want je kan hier ook hele mooie wandelingen maken bij ons in de buurt xx
  9. Cary en Danny:
    10 oktober 2017
    Hester, daar hadden we nog niet aangedacht. Maar dat komt goed hoor😘