Sounds of water

8 december 2017 - Haast, Nieuw-Zeeland

Zaten we vanmorgen nog op het paradijselijke Stewart Island, inmiddels zijn we aangekomen in een hectisch, maar gezellig Queenstown dat aan de rand van de Southern Alps ligt en aan het mooie gletsjermeer Lake Wakatipu in het midden van het zuidereiland.

Onderweg hebben we een stop gemaakt in Lumsden. We stapten binnen bij Café & Bar Route 6. Nee, er is geen 6je weggevallen. De naam is wel afgeleid van Route 66 in Amerika maar het ligt aan de Highway 6. Vroeger was het een heel druk plaatsje met een centrale spoorwegverbinding. Helaas zijn deze allemaal opgeheven en is het plaatsje daarna een beetje verpauperd.
Maar dit café heeft zijn best gedaan om er iets aantrekkelijks van te maken. Binnen staat namelijk een mooie rode Dodge Kingsway uit 1955. Niet om mee te rijden want ze hebben er een prachtige bar van gemaakt. Ook ademt het hele café de sfeer van de jaren 50 uit wat ze heel mooi en consequent hebben doorgevoerd. Je waant je even in serie Happy Days. In een oud krantenartikel uit 1983 blijkt dat in dit pand voorheen een nationale bank was gevestigd en dat er een grote bankoverval is geweest waarbij $100.000,- buit gemaakt werd. Poeh, dat zal een ophef hebben gegeven.

Omdat we vroeg in Queenstown zijn aangekomen hebben we eerst het centrum verkend. Het is een leuk toeristenstadje, waar veel jongeren hun vertier zoeken en dat brengt dan ook heel veel sfeer en gezelligheid. Je struikelt hier bijna over weet ik hoeveel boekings-kantoortjes. Met ander woorden er valt hier veel te doen. Wij zijn dus maar wat blij dat we 4 nachten geboekt hebben bij Coronet View Appartments. Achteraf blijkt dat misschien nog wel te kort. Maar goed, we kunnen straks wel veel dingen van ons lijstje afstrepen.

De volgende dag zijn we eerst naar Bendigo boven Cromwell gereden. Neef Rob is daar een aantal jaren geleden een wijngaard begonnen en die willen we natuurlijk wel even bezichtigen. Het is een kleine wijngaard en niet direct van de weg af te zien. Je moet een gravelweg over om er te komen. Vorig jaar hebben ze de eerste druiven kunnen plukken en die staat nu natuurlijk nog te bottelen. Helaas nog geen lekker wijntje dus.                                                                                                         Onderweg ernaartoe zijn we nog even gestopt bij een Bungy Jump Centre in Karawau. Dit blijkt het allereerste commerciële bedrijf te zijn in Bungy Jump; A J Hackett Bungy. Maar je kunt er bijvoorbeeld ook een Zipride doen, dat is een soort abseilen.  We laten dit maar mooi aan de jongeren over en vervolgen onze weg dus richting de wijnranken. Dat klinkt veel beter in mijn oren, al is er dan nog geen wijn.

Er valt heel veel te doen in en rondom Queenstown. Wij gaan voor een tour naar Doubtful Sound met GoOrange, want deze schijnt de beste tour te leveren op dit gebied. Een erg lange reis, dat wel. ’s Morgens om 6.15 uur dienen we klaar te staan bij de pick-up plek. Via Te Anau bereiken we tegen 9.30 uur Manapouri, waar we op een boot stappen naar een elektriciteitscentrale aan het eind van dit meer. Dankzij de bouw van dit station werden er gravelwegen aangelegd en een hotel voor de werknemers gebouwd. Dit werd Pearl Harbour genoemd dankzij het feit dat Amerikanen deze centrale ontwikkeld hebben.  Ik moet er wel bij vertellen dat vrijwel de gehele Westcoast moeilijk bereikbaar is. Er zijn weinig wegen en als ze er al zijn dan zijn het gravelwegen. Alleen Highway 6 leidt naar het westen om vervolgens door te trekken naar het noorden. De Nieuw-Zeelanders hebben ervoor gekozen om de Alpen zoveel mogelijk met rust te laten en de wegen eromheen te leiden. Dit is ook mogelijk doordat het niet zo’n hele brede bergketen is.                                    Vervolgens stappen we weer in een bus voor een uur rijden door de Southern Alps naar Deep Cove. Prachtige omgeving en mooie vergezichten. Onderweg zien we bordjes staan met Golfcourse en overstekende kinderen. Schijnbaar een grapje van de mensen die hier werken. Want hoe ruig en desolaat het gebied ook is er wonen en werken toch nog een aantal mensen. Deep Cove had ooit 1 inwoner, maar na een vakantie waren ze plots met zijn tweeën. Je moet het maar willen.                                In dit hele gebied is het sinds 2 weken droog (misschien toevallig ook de periode die wij in dit land zijn?). Normaal valt hier zo’n 9 meter regen per jaar. De gravelwegen zijn erg droog en stoffig. Aangezien we de bergen doortrekken zitten er ook steile stukken tussen, zodat we op een bepaald moment een handgemaakt bordje zien staan: “Busses only – no gear” oftewel je hoeft je versnelling niet te gebruiken je dendert zo wel naar beneden. Haha.                                                                                          Langs de weg zie je soms bomen met een gekleurd driehoekje. Deze zagen we ook op Stewart Island en blijken door het hele land gebruikt te worden om de aan te geven waar de vallen voor ratten, fretten, wezels en possums staan. Vrijwilligers controleren deze met regelmaat. De plaag van deze dieren is zo enorm en om de vogelstand weer terug te brengen naar wat het ooit geweest is probeert de overheid deze maatregelen uit. Tot nu toe niet met erg veel goed gevolg naar we horen.                                        De weg waar we op rijden blijkt nogal eens onderhevig aan overstromingen van watervallen of van bomen die naar beneden vallen en vele andere bomen meenemen, daardoor moet er nogal eens een stuk weg omgeleid worden. Tijdens deze rit worden we nog gewezen op een locatie die gebruikt is voor de film van ‘Lord of the Rings’, zoals die wel meer te vinden zijn in deze omgeving. Twee bomen langs de weg blijken de grondslag te zijn van de ‘Walking trees” uit dezelfde film. Leuk, ik heb er gelijk een beeld bij.                                                                                                                            In Deep Cove aangekomen zien we wat bootjes liggen. Wij gaan op een catamaran en varen naar Doubtful Sound, dit is de inham vanaf de Tasman Sea waar Captain Cook ooit met zijn Endeavour voor gelegen heeft al twijfelende wat te doen. Door de smalle ingangen aan beide zijden van een eilandje dacht hij dat je er alleen met westenwind in kon varen en met oostenwind er weer uit. En dat kon weleens lang wachten worden. Daarom omcirkelde hij dit gebied op een kaart en noemde het Doubtful Sound. Sound moet ik even verklaren staat voor Fjord. Dit gebied wordt dus ook wel Fiordland genoemd. Langs prachtige bergen varen we dus westwaarts. Bij Doubtful Sound aangekomen wordt iedereen aardig enthousiast. We kijken onze ogen uit. Er liggen verschillende eilandjes en de golven zie je hoog opspatten. Door de verschillende stromingen wordt het wat woeliger en we worden dan ook gewaarschuwd dat we een nat pak kunnen halen. En inderdaad ik kwam terug met een behoorlijk natte broek. Ach, het droogt wel weer.  We bleven nog een tijdje bij de eilandjes rondvaren voor spelende zeeleeuwen en misschien dolfijnen en pinguïns. Maar de laatste twee soorten hebben we niet gezien.                                                                                    Na een totale bootreis van 3 uur komen we weer bij de bus in Deep Cove en zoals we gekomen zijn gaan we ook weer terug. Het was een prachtige tocht, absoluut de moeite waard maar wel met een hele lange zit. Terug in het appartement doken we dan ook al snel ons bed in.

Een andere activiteit die we in Queenstown ondernomen hebben is de Dart River Wilderness Jet. Met de bus via een van de mooiste routes van Nieuw-Zeeland langs Lake Wakatipu naar Glenorchy, ook wel ‘the gateway to Paradise”, gereden. Glenorchy ligt aan het einde van het gletsjermeer. Onderweg zien we drie eilandjes liggen. De kleinste heet ‘tree island’ ook al is er geen boom te vinden, de middelste is ‘Pig island’, maar er is geen varken te vinden. De grootste is ‘Pigeon Island’ en daar staat zelfs een hut voor vakanties.                                                                                De vroegere gletsjer heeft het hele gebied hier vormgegeven zoals het nu is. Onze tocht wordt met een andere bus vervolgd over een gravelweg dat nog steeds de Highway blijkt te zijn. Volgens de chauffeuse menen sommige mensen dat ze daarom hier nog steeds hard kunnen rijden, wat natuurlijk niet echt verstandig is op gravel. Vlakbij de boerderij van een vroeger belangrijke man uit Queenstown blijken meerdere films opgenomen te zijn. Natuurlijk Lord of the Rings, maar ook Vertical Limit, Chronicles of Narnia, the Great escape en onlangs nog Origins Wolverine. Tevens zijn er reclamefilmpjes opgenomen waarvan de paarse koe van Milka voor ons wel de bekendste is.                                                                                                      Uiteindelijk rijden we het gletsjergebied van de Dart River in. Deze vroegere gletsjer is zo ontzettend groot en staat nu voor een groot deel droog, zodat je er met de bus makkelijk doorheen kan rijden. Mocht het gaan regenen dan kan het zo maar zijn dat het hele gebied onder water staat.  We rijden een stukje door om vervolgens uit te stappen en een bos te betreden. Een prachtig bos dat model heeft gestaan voor Lord of the Rings. Er zijn hier alleen opnames gemaakt van het gebied, dus zonder acteurs. Maar voor mij was het heel duidelijk in welk stuk film dit is gebruikt. Schitterend. Ook hier krijgen we weer te horen over de vele roofdieren en de vallen. En er staat een prachtige grote stoel. Dit blijkt een replica van een stoel uit Lord of the Rings. Hiermee tonen ze aan dat er geen trucages met de film worden uitgehaald, maar dat je dingen groter of kleiner kunt laten zijn dan ze in het echt zijn.                                                  Als laatste etappe staat er een trip met de Jetboat op het programma. Allereerst gaan we stroomopwaarts. Met een snelheid van zo’n 75 km per uur vliegen we door smalle stroompjes en soms maar amper 10 cm water. Fantastisch wat een ervaring. We leren dat dit gebied bekend staat om zijn Greenstones of Pounamu, bij ons beter bekend als jade, die hier gevonden konden worden. Maori’s vertellen echter dat het ongeluk brengt om een steen voor je zelf te behouden, het is voor hen een heilige steen met spirituele krachten. De steen werd ook gebruikt om gereedschappen van te maken en nu ook voor sieraden. Tevens ontdekken we waarom het water hier, maar ook in de andere gletsjermeren, zo’n mooie kleur heeft. Dat komt door een sediment (kleileem) dat met het water van de gletsjer afgevoerd wordt en het zonlicht breekt.                    Als we niet meer verder kunnen met de Jet gaan we stroomafwaarts om in Glenorchy zelf weer te eindigen. De 360 graden spins waar we op werden getrakteerd vielen bij iedereen in goed aarde of water beter gezegd, want we hielden het niet helemaal droog. Wederom weer een geweldige dag gehad.

20 KM van Queenstown ligt Arrowtown, een klein rustiek dorpje met veel oude gebouwtjes die in vroeger tijden bewoond werden door goudzoekers. Nu kun je er heerlijk wandelen en fietsen. Wij hebben een korte wandeling van een uurtje gedaan langs een mooie klaterende beek. Veel meer tijd hebben we ons zelf niet gegund omdat we eigenlijk door willen naar het noordwesten.                                      Vervolgens op naar Wanaka dat een kleine 60 KM naar het noorden ligt. Via een prachtige toeristische route tussen Crown Range en Criffel Range belanden we bij Lake Wanaka. Fantastisch. Al uitkijkend op de witte bergen kun je daar heerlijk zwemmen en een aantal mensen deed dat dan ook.  Ondanks dat het een bergmeer is, is het water niet heel erg koud naar blijkt. Wanaka is een echte watersportplaats, maar wel veel rustiger dan Queenstown. Lekker relaxed juist.

We trekken echter nog verder naar boven. Opnieuw via een prachtige route via de Highway 6 naar de westkust. Onderweg maken we een aantal stopjes bij watervallen en mooie vergezichten. Een hele memorabele is Roaring Billy Falls. Het wordt met een klein bordje met camera aangegeven, dus je moet wel even opletten. Je wandelt eerst door een prachtig stukje regenwoud. Ook hier merk je dat het al lange tijd erg droog is. Maar wat een mooi stuk bos is dit. De met mos begroeide bomen zijn een lust voor het oog en door de grote varens heb je mooie schermen boven je wat tevens een hele bijzondere lichtval geeft.  Als je het bos uitstapt sta je in een grote grindbak met verderop een prachtig aquablauwe rivier en een donderende waterval. Nu hebben we de laatste dagen aardig wat watervallen kunnen zien, maar ze stellen niet zoveel voor als normaal in deze tijd. En het zijn er minder door de aanhoudende droogte. Toch geeft deze wel een aardige impressie van wat het kan zijn.

Haast waren we er voorbijgereden, maar aangezien we toch geen haast hadden zijn we maar in het plaatsje Haast blijven hangen ;). En hier blijven we één nachtje om morgen weer verder te trekken naar het noorden.
De naam doet het dorpje wel recht, want het stelt niet zoveel voor. Al hebben ze wel een helikopter voor vluchten over de gletsjers van Fox Glacier en Franz Jozef of naar Milford sound. En er is zelfs een restaurantje, zodat we ’s avonds nog een fatsoenlijke maaltijd naar binnen kunnen werken. Maar ja als er geen concurrentie is dan valt het ook nog we eens tegen. Jammer, maar kan gebeuren.

Foto’s

2 Reacties

  1. Anneke Jansen-van Buiten:
    8 december 2017
    Herkenbare dingen zijn jullie, mooi he! Gaan jullie nu richting Franz Josef o f zuidwaarts?
    Nog veel kijk plezier!
  2. Kees Kuijpers:
    8 december 2017
    Weer een mooi verhaal met foto's,bedankt! Goede reis!