Wijn, kangoeroes en remarkables

21 september 2017 - Kingscote, Australië

Vanmorgen alweer op tijd vertrokken voor de volgende etappe.  Adelaide, Zuid Australië. 

We worden verwelkomd met regen en harde wind. Brr, dat is een echt Hollands weertje. Tegen de tijd dat we de auto hebben geregeld schijnt de zon gelukkig weer een beetje.

Dat was trouwens wel een dingetje, die auto. Via internet snel geboekt, omdat we naar Kangaroo Island willen. Dan moet je met de ferry en dan willen ze weten met welke auto je komt. Tja….!                                                                                             Achteraf te snel dingen dus geregeld willen hebben, mede doordat de ferry al tot en met dinsdag helemaal volgeboekt was. Pas over 2 dagen om 15.00 uur weer de eerste mogelijkheid.                                                                                                                 Dus auto via internet gehuurd. Aangekomen was het eerst al zoeken naar het autoverhuurbedrijf. Was niet een van de gerenommeerde die op de vlieghaven zelf zitten. Eindelijk werden we opgepikt door het busje van East Coast. Eenmaal in de bus gezeten zien we een plakkaat met de mededeling dat de huurauto’s niet Kangaroo Island op mogen. Shoot! Dat wilden we juist nu zo graag. Met veel vijven en zessen gelukkig nog wat anders kunnen regelen.

Met een dikke auto onder de kont hop naar de Barossa Valley. Want daar hebben we mooi de tijd voor. Dit is hier toch wel weer een totaal andere omgeving dan bij Ayers Rock of Darwin. Het is hier natuurlijk groen vanwege de regen die hier nog best wel veel valt en het is een prachtig heuvelachtig gebied.

In Gawler even boven Adelaide zijn we op zoek gegaan naar een supermarkt. Hierdoor reden we even later door het prachtige wijngebied naar Tanunda. Er zijn hier zoveel velden met wijnranken dat je niet meer weet waar je moet kijken.  En dan de huizen. Ik, Cary, ben net als mijn broer, geboren in een huis dat wij nu zouden bestempelen als een eenvoudig vakantiehuisje. Dat soort huizen zie je hier dus heel erg veel. Onze ouders zouden het geweldig hebben gevonden hier.

In de Basedow Budget Units aangekomen wacht ons een verrassing. De eigenaresse heeft vast heel gemoedelijk de verlichting aangedaan, de ramen opengezet voor wat frisse lucht (beetje erg fris naar ons idee, maar dat zei ze later zelf ook al) en een lekker muziekje komt uit de radio. Ook staat er iets lekkers voor ons op de tafel. En nee, want ik hoor jullie al denken, het is geen fles wijn.

Het is wel even terug geworpen worden in de tijd. Tjonge, van morgen zaten we nog in een modern hotel en nu in een huis dat lijkt te stammen uit de jaren 60. Het appartement bergt nog meer verrassingen, want het is ‘huge’ voor ons tweetjes. En dat voor 2 nachtjes. Maar we kunnen in ieder geval even wassen. Al het zand en stof uit het rode centrum uit de kleding wegspoelen.

Dat is iets wat we niet aan het rode hart zullen missen: zand, stof, droogte en vliegen. Heel veel irritante vliegen. Bah!! Maar we hebben wel hele mooie herinneringen aan dat gebied. Onuitwisbaar in ons geheugen gegrift.

Vanmorgen al een vroege wake-up call door een Kookaburra. Voor degenen die deze vogel niet kennen: het is volgens Danny een Australische uitlachvogel. Officieel heet deze versie ook de ‘laughing kookaburra’ Ik noem het liever een groep gillende apen, maar dan met 1 of 2 van deze vogels. We waren er dus weer op tijd bij en Danny ging dan ook al weer vroeg op pad voor zijn training, helaas in een wat mistige omgeving zodat hij er niet zoveel plezier aan beleefde. 

En wat doe je als in dè Barossa Valley bent!? Een wijnhuis bezoeken natuurlijk. Dus dat hebben we vanmorgen eerst maar eens gedaan. Op advies van de plaatselijke VVV annex bibliotheek (die laatste is trouwens heel handig als je even geen wifi hebt) naar Seppeltsfield gereden.  Want hoe moet je in vredesnaam een keuze maken uit 75 vaak onbekende wijnkelders?                                                                                            Het bleek een mooie keuze te zijn. Een historisch wijnhuis uit 1851. We hebben de historische rondleiding gedaan. Juist met zulke mooie panden is dat een must vinden we.

De dame die ons rondleidde kon mooi vertellen over de familie Seppelt uit Duitsland, die naar Australië waren vertrokken om tabak te verbouwen.  Dat werd geen succes en daarom ging Joseph Seppelt zich verdiepen in het verbouwen van druiven.  Hij en zijn vrouw overleden al vrij snel en de oudste zoon Benno nam het bedrijf over om er een succesvolle onderneming van te maken. Ook in de jaren dat het slechter ging (jaren twintig) probeerde hij het hoofd boven water te houden met dadels. Hij wilde zijn werknemers aan het werk houden een besloot dadelpalmen te planten. Hij begon mrt 2 bomen en het werden er uiteindelijk 2000. Helaas gaven/geven de palmen geen rijpe dadels. Maar ze staan langs de route naar de winery en dat ziet er erg bijzonder uit. Vooral als het nog erg koud is geeft dit een vreemd gevoel.                                          Het hele terrein is prachtig om te zien. Je proeft de sfeer uit de eindjaren 1800 nog. Vele oude foto’s werken daar zeker aan mee.

Benno ging naast de wijn en de sherry ook Brandy en port maken. Van de port bewaarde hij elk jaar een vat, dat niet eerder open mocht dan na 100 jaar. Nu wordt elkaar jaar een vat geopend met hele oude port, die wij even hebben mogen ruiken. WoW! Even proeven zou ons 60 AUD kosten. De grootste fles die ze verkopen kost AUD 2000. En zo groot is ie niet hoor. Kassa! Hij rook trouwens wel heel kostelijk, maar zo veel geld hebben we niet over voor een slokje.                                            Nog wel de 10 jaar oude port geproefd en even geroken/geproefd van de 21 jaar oude versie. Deze smaken echter meer naar Brandy dan naar de port die wij uit Portugal kennen.

Na de lunch lekker aan de wandel. We wilden naar een Lookout verderop. Op de kaart lijkt ie niet zover en het weer was aangenaam, dus dat moet wel lukken. Dachten we!  We lopen hier de straat uit en komen vervolgens op een 80 km weg. Geen fiets of wandelpaden te bekennen natuurlijk, dus dat was af en toe best spannend. Vooral met die enorme roadtrains. Man, je wordt zowat van de weg geblazen. En dan waren dit nog maar vrachtwagencombinaties van max. 2 aanhangers.

Bij de afslag naar de Lookout begonnen we te twijfelen. Nog bijna 3 km lopen met een stijgingspercentage van 7%. En geen water mee, want het zou niet zo ver zijn en niet zo warm. Dus eieren voor ons geld gekozen en maar weer terug.                             Wat ons wel weer de gelegenheid gaf om nog even naar Chateau Tanunda Estate te wandelen (vlak naast onze B&B) voor een wijnproeverijtje. En tuurlijk weer terug met een aantal flessen wijn onder de arm. Ook dit is een mooi gebouw, die net als Seppeltsfield meer aandoet als een paleis dan een wijnhuis.

Vanmorgen al wakker wordende in mijn warme bed, bedacht ik me ineens waarom wij de Australiërs zo’n ruig volkje vinden. Als je de B&B ziet waar we momenteel verblijven wordt dat duidelijk.                                                                                               Allereerst de dunne houten wanden. Gistermorgen toen ik ook nog lekker in bed lag hoorde ik de buurman zijn vrouw vragen: “Good morning love, did you have a good night sleep?” Schrikken natuurlijk. Ha ha. Maar het zijn dus echt dunne wandjes. De enige heating/cooling is een airco in de woonkamer en een verrijdbare radiator in de slaapkamer. Oh, en ik mag de elektrische deken niet vergeten. Al typende bedenk ik me dat het hier ’s winters toch ook best koud kan zijn. Maar de Australiërs zijn denk ik meer gericht op de hete zomers.

Nu weet ik uit onze ervaring van 16 jaar geleden dat de huizen niet geïsoleerd en verwarmd zijn zoals bij ons. Dit pand van de B&B bestaat natuurlijk al wat langer en we kunnen dus niet beoordelen hoe de modernere woningen zijn uitgerust. Wanneer we in Melbourne zijn zullen we dat eens navragen. Wordt vervolgd.

Vandaag rijden we door naar Kangaroo Island. Dat moet een van de mooiste groene gebieden zijn van Australië met veel wildlife. Leuk, eindelijk eens wat meer dieren dan alleen de vogels.

Het werd een fantastische tocht naar Cape Jervis. Via de toeristische route door de Barossa Valley (nog even gestopt bij Jacobs Creek, die toch hele lekkere wijntjes in Nederland verkoopt en behoorlijk groot is) en door de Adelaide Hills (een iets minder groot wijngebied) en langs McLaren Vale (ook bekend van de wijn).                       Soms doet het landschap even aan Frankrijk denken, maar als je dan weer de Eucalyptusbomen ziet weet je dat je in Australië bent.                                                 Het heerlijke lente weer maakt het nog mooier. Vooral als je de bomen ziet ontspruiten. Best een vreemd fenomeen eigenlijk. De eucalyptusbomen staan er donkergroen bij alsof het herfst is. Vele andere bomen zijn nog kaal of beginnen net te ontluiken met het frisse groen. En dan zijn er natuurlijk nog de bomen met alleen bloesem. Prachtig. En heerlijk om zo nog een keer de lente in een jaar tijd te beleven.

Langzamerhand verandert het landschap van wijnstreek naar veeteelt gebied. En zien we zelfs Nederlandse koeien. Maar de glooiende heuvels en wegen blijven. Cape Jervis blijkt enkel een gebied te zijn waar de ferry aanmeert voor Kangaroo Island.  Dus geen leuke winkels of een supermarkt waar we de laatste boodschappen kunnen halen. De overtocht duurt 45 minuten, dus dat is goed te doen. In het begin zwommen er nog een paar dolfijnen mee, maar helaas was dat maar van korte duur.

Eenmaal op het eiland aangekomen bedenken we dat het laat wordt eer we op onze plek van bestemming aankomen. Het is zeker nog een uur rijden. Dus eerst maar even doorrijden naar Kingscote, de hoofdplaats, voor de laatste boodschapjes. We kunnen ook niet te hard rijden (al mag je op sommige plekken 110) want we zijn als de dood dat we een kangoeroe onder de auto krijgen. En dan zijn we mooi de pineut met de huurauto.  En de kangoeroe ook natuurlijk.                                                             Zonder auto was ook niet echt een optie, want het enige aan OV is hier de schoolbus. Zelfs geen taxis. Wat wel leuk is dat de meeste chauffeurs elkaar groeten, ook al kennen ze elkaar niet. Maar het hele eiland telt misschien zo'n 5000 inwoners. Vermoedelijk wonen hier meer kangoeroes dan mensen. Onderweg zien we ook de nodige kadavers liggen. Het bezorgt ons steeds weer een heel naar gevoel.

Eenmaal aangekomen in Mallee Bark, ons tijdelijk verblijf, blijven we ons verbazen over de prachtige omgeving, de wallaby’s die rondhuppelen, de vogels die zich luid laten horen en het prachtige uitzicht.                                                                         Eerst maar eens zitten met een goed glas Barossa wijn en een stukje heerlijke Nederlandse oude kaas. Dat is op en top genieten.  En als het eenmaal donker is vind je dit mooie plekje niet meer terug.                                                                                   Het is een heerlijk huis en vrijwel helemaal zelfvoorzienend. Elektra van de zonnepanelen, water van de regen en een klein moestuintje. We worden hierdoor er wel op geattendeerd om zuinig met alles om te springen. Maar dat vinden we niet  meer dan logisch.

Ken je dat gevoel? ’s Avonds uitgeput in je bed kruipen en verwachten dat je als een blok in slaap valt? En dan ’s morgens de pee in hebben omdat dat dus niet gelukt is? Vanmorgen was zo’n ochtend. En manlief lag ook al op tijd te draaien en was voor het ochtendgloren al zijn bed uit. Een tijdje later komt hij voorzichtig om de hoek van de slaapkamerdeur kijken en vraagt of ik mee ga want het is zo mooi buiten. En dat had ik … dus … ff … niet! Maar Danny heeft echt leuke dingen gezien. Zoals bijv een Echidna (stekelvarken), diverse kangoeroes, vele vogels en enorm grote mieren. Jakkes.

Na het ontbijt op weg naar Flinders Chase Park. Wij zitten bijna in het noordelijkste puntje en dit park ligt 100 km zuidelijker.  De route is prachtig. Zeer wisselend ook. Van schapen en koeien naar prachtige koolzaadvelden en veel natuur. Omdat het eiland zo om zijn natuur geroemd wordt hadden we dat eigenlijk niet verwacht dat hier zoveel vee zou grazen. Het is vrij rustig op de weg, dus we kunnen aardig doorrijden. Geen springers voor de auto maar toch hebben we wel iets geraakt. Ik dacht dat er een stuk van een autoband lag, maar het bleek een slang te zijn. Een zwarte tijgerslang. Echt er radicaal overheen. Sneu, maar we zagen het gewoon te laat.

Uiteindelijk komen we in het prachtige gebied van Flinders Chase NP.                        Na eenmaal ons te hebben aangemeld kunnen we nog 15 km doorrijden naar Admirals Arch. Dat is een route alsof je in de achtbaan zit. Zo nu en dan draait je maag zich even om als je weer een heuvel over rijdt en geen idee hebt wat erna komt. Je hebt hierdoor wel vaak prachtige vergezichten, waarvoor je toch even tijd vrij moet maken en uit de auto stapt.                                                                                               De Admirals Arch is een geweldig mooie doorkijk in de rotsen waar de zeeleeuwen spelen. Fantastisch dat we dit mogen meemaken.                                                      Nog een stukje over de rotsen gewandeld naar een mooi uitkijkpunt. Hier leerden we dat de planten die hier groeien verbranden door de wind.  Veel eucalyptussen hebben hier misschien ook wel last van, want die zijn soms zo kaal.

Vervolgens doorgereden naar de Remarkable Rocks. Een schitterende rotsformatie van miljoenen jaren oud en echt heel bijzonder op te zien.

Na een kleine lunch bij het Visitors Centre nog een wandeling gemaakt naar de Platypus Waterhole. We zouden gegarandeerd allerlei dieren zien. Prachtige wandeling, absoluut de moeite waard, maar de dieren zagen we pas op het eind toen we terug waren bij het Visitors Centre. En de Platypus, helaas. Maar hij is eigenlijk wel te vergelijken met de otter, vaak alleen te zien bij zonsopkomst of –ondergang.

Volgende keer beter. 

Foto’s

8 Reacties

  1. Mark:
    21 september 2017
    Wow, eerst crocodiles, dan canyons en nu Flinders Chase. Ziet er geweldig uit! Cheers!
  2. Klaas en Diana:
    21 september 2017
    Zittend op een terrasje aan het strand onder het genot van verse mosselen zegt Klaas plots “een nieuw reisverslag”! Ik vraag nog “zal ik het voorlezen”? Gelukkig zei hij nee aangezien het verslag steeds langer worden. Wat weer een fantastisch verhaal! Idd alsof we dubbel op vakantie zijn. Je schrijft goed meid, alsof we meereizen, chappeau! Dat jullie naast de prachtige natuur inclusief haar bewoners, bezienswaardigheden ook voor een wijnreisbhebben gekozen verbaasd me dan ook niet. Erg leuke foto’s dat maakt het beeld nog duidelijker. Veel plezier en veel liefs Klaas en Diana
  3. Christine:
    21 september 2017
    Oh oh Cary, wél wijn meenemen bij een wijnhuis , maar niet een flesje water mee tijdens een wandeling. Verder doen jullie het goed! Leuk reisverslag 👍
  4. Mary-Ann Boer-Olinga:
    21 september 2017
    Ik kan het alleen maar beamen wat Diana schrijft. Je schrijft prachtig en het inderdaad net als dat we meerijden.
  5. Hester Neary:
    22 september 2017
    What a lot of new experiences again for you two ! Fantastic ! Loving your blog - thanks for sharing XX
  6. Kees Kuijpers:
    22 september 2017
    Mooi verhaal en lekkere wijn,nemen jullie wat mee voor het goede in Meppel (arme kant).Veel plezier en goede reis!
  7. Hans:
    22 september 2017
    Wat weer een mooi verhaal en weer zeer uitgebreid. We leven ons helemaal in, in jullie belevenissen.
    De verhalen over de wijnen spreekt ons ook wel aan !?!?! En nu moeten de Nw Zeelandse wijnen nog komen. Ben benieuwd hoe jullie die smaken.
  8. Piet en Gea Meerse:
    25 september 2017
    Wat leuk om hier in Meppel te kunnen meegenieten met jullie prachtige reis. Mooi geschreven verhalen en interessante foto's. En Danny, nog goed in training?